Woon-werkbalans en de ruimte om te groeien
Haarlem is van oudsher een stad waar mensen graag wonen, werken en leven. Deze mix van wonen en werken is belangrijk voor de stad. Op dit moment is er voor vier op de tien Haarlemmers werk in eigen stad. Maar Haarlem groeit, met circa 10.000 woningen tot en met 2025. Om de huidige woon-werkbalans te behouden moeten er dus veel banen bijkomen.
Op dit moment is er echter weinig ruimte voor bedrijven om te groeien en zich te vestigen. Robbert Berkhout, wethouder economische zaken: ‘We zullen de hoogte in moeten, efficiënt gebruik maken van de ruimte. Kijk naar de Waarderpolder. Daar is voornamelijk laagbouw. Ook bij de ontwikkeling van nieuwe gebieden, zoals Oostpoort, moeten we daar alert op zijn. Daarnaast is het belangrijk dat bedrijven zich niet genoodzaakt zien uit Haarlem te vertrekken. Daarom zetten we in op nieuwe, multifunctionele woonwerk-gebieden, interessante en levendige locaties.’
Hoe ziet Robbert Berkhout de economische toekomst, wat is zijn stip aan de horizon? ‘Als we zorgen voor meer werkgelegenheid in Haarlem, die past bij onze beroepsbevolking, dan kunnen meer inwoners in de stad werken. Daarmee dragen we bij aan het beheersbaar houden van de woonwerkpendel. Daarnaast moeten we antwoorden vinden op klimaatverandering en de toenemende tekorten aan natuurlijke hulpbronnen. Daarom zijn circulariteit en duurzaamheid essentieel in het verwezenlijken van onze doelen. Dat vraagt om nauwe samenwerking tussen bedrijven, onderwijs en overheid.’
Samen met de stad
‘Haarlem is een prachtige stad om te wonen én te werken. Dat komt ook naar voren in deze visie. We koesteren als stad de bijdrage die bedrijven en organisaties leveren aan de werkgelegenheid, innovatiekracht en dynamiek in de stad. Als gemeente kunnen wij de economie niet regisseren, maar we kunnen wel zorgen voor de best mogelijke randvoorwaarden en die faciliteren. Wij kunnen bijvoorbeeld in bestemmingsplannen flexibeler omgaan met regels of hogere gebouwen toelaten. Of onderwijs en ondernemers met elkaar in contact brengen. Maar het succes van de uitvoering van de visie en agenda is mede afhankelijk van de inzet van bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen en andere partijen in de stad en regio. Als het gaat om het nemen van initiatieven, het inzetten van budgetten en capaciteit en het delen van risico’s. De uitvoering van de visie willen we dan ook echt samen gaan doen met de partijen in de stad.’
Toerisme en detailhandel
De economische visie kijkt meer naar de grote bewegingen op economisch vlak, maar hoe versterken we winkelgebieden, met aandacht voor het unieke karakter van de binnenstad, voorkomen we leegstand en behouden we kwaliteit in aanbod? Hoe kan toerisme worden ingezet om de binnenstad levendig te houden, bijvoorbeeld op doordeweekse dagen? En hoe gaan we om met knelpunten, zoals drukte en overlast? Robbert Berkhout: ‘Deze vragen vinden we als bestuur van de stad zo belangrijk dat we ze apart oppakken in een nieuwe Toeristische Koers én een nieuwe Detailhandelsvisie. Deze zullen beiden later dit jaar verschijnen. We hebben hiervoor uitgebreid gesproken met vertegenwoordigers van (toeristische) ondernemers en culturele- en onderwijsinstellingen over hoe Haarlem kan profiteren van de positieve effecten van toerisme. Maar ook hoe de stad leefbaar blijft, door te sturen op een evenwichtige verhouding tussen wonen, werken en recreëren.’