Haarlem Lichtstad kiest voor duurzame leefbaarheid

Eerst was het alleen de feestverlichting in de wintermaanden, tegenwoordig zet stichting Haarlem Lichtstad in opdracht van de gemeente Haarlem ook gebouwen in het licht. Of het vervangt de ouderwetse gloeilamp door duurzame verlichting. Zoals bij het stadhuis, dat nu in alle kleuren duurzaam verlicht kan worden.

In november worden alle bomen op de Botermarkt voorzien van nieuwe led lampen.

De doelstelling van stichting Haarlem Lichtstad is kort samen te vatten, vertelt voorzitter Anton Bouman. ‘Door de duurzame verlichting van gebouwen, winkels, straten en bruggen leveren wij een bijdrage aan de veiligheid en leefbaarheid van de stad. Daarnaast is er een esthetisch motief. De stad wordt mooier en leuker als er lichtjes branden.’

De financiering van de diverse projecten is afkomstig van de BIZ, de Bedrijven Investeringszone in de binnenstad, waaraan de gemeente en alle ondernemers meebetalen. Anton Bouman: ‘We doen meer en de gestelde eisen voor het aanbrengen van verlichting worden strenger. Daar is budget voor nodig. Voor de jaarlijkse feestverlichting in de binnenstad zijn alleen al 150 overspanningen en 70 mast-ornamenten nodig. We kunnen bovendien meer. Zeven jaar geleden hebben we samen met de ondernemers de bomen op de Oude Groenmarkt verlicht. Daarna volgden de Botermarkt en het Proveniersplein. Dankzij de BIZ worden in november alle bomen op de Botermarkt en het Proveniersplein voorzien van nieuwe led lampen. Deze manier van duurzaam verlichten is de standaard voor alle door ons aangebrachte verlichting.’

Gepaste trots
Met gepaste trots somt Anton Bouman de diverse projecten op waar Haarlem Lichtstad mee bezig is. De Sint-Bavokerk op de Grote Markt bijvoorbeeld. ‘Deze kerk zal, mede dankzij de vrienden van de Sint Bavo, in 2020 in het licht worden gezet. Daarnaast zijn we in opdracht van de gemeente Haarlem druk bezig de aanlichting van diverse gebouwen te verduurzamen. Voor ons werk geldt dat het enorm belangrijk is samen met andere partijen op te trekken. Bel of mail gerust. Alleen samen kunnen we de binnenstad van Haarlem met licht mooier en veiliger maken op een duurzame manier.’

www.haarlemlichtstad.nl

Iron Mountain klimaatneutraal met groene stroom

Is een datacenter provider op een themapagina over duurzaamheid een vreemde eend in de bijt? Datacenters zijn toch immers grote stroomverbruikers? Het antwoord is NEE. Iron Mountain, dat haar Europese hoofdvestiging in de Haarlemse Waarderpolder heeft, past goed bij de thematiek van deze pagina. Eric Boonstra, Algemeen Directeur, legt uit waarom.

Eric Boonstra: ‘We streven ernaar om toonaangevend te zijn op het gebied van duurzaamheid. Dat doen we onder meer door de CO2-uitstoot te compenseren.’

‘Zolang we met elkaar meer internet en cloud gebruiken, is er ook meer stroom nodig’, vertelt Eric Boonstra. ‘Als ik op een verjaardagsfeestje de opmerking krijg dat wij een grote stroomverbruiker zijn, vraag ik altijd of iemand veel WhatsAppt, dingen opzoekt op Google of Netflix gebruikt. Allemaal dingen die via datacenters lopen, nog los van alle websites, software platformen, cloudopslag, enzovoorts. Het concentreren van al zulke diensten op één plek in een datacenter als het onze is veel energie-efficiënter dan wanneer ieder bedrijf en iedere particulier zijn eigen server of opslag zou beheren. Daarnaast gebruiken wij 100% groene stroom en zijn we klimaatneutraal.’

‘Al vanaf de start in 2007, toen nog onder de naam EvoSwitch, staan innovatie en duurzaamheid bij ons centraal. Sterker nog, we streven ernaar om toonaangevend te zijn op het gebied van duurzaamheid. Dat doen we onder meer door alleen groene stroom te gebruiken en CO2-uitstoot te compenseren, zodat we geheel carbonneutraal werken. Verder heeft Iron Mountain wereldwijd veel geïnvesteerd in windmolenparken en zonnecentrales en zijn we actief lid van organisaties als Renewable Energy Buyers Alliance en Future of Internet Power. Op deze manier stimuleren we ook onze klanten om hun impact op het milieu te verminderen door te kiezen voor groene stroom.’

Energie-efficiëntie
‘Daarnaast zijn we continu bezig met plannen voor het verminderen van stroomverbruik, denk aan hergebruik restwarmte, in samenwerking met de gemeente Haarlem, nieuwe koeltechnieken en andere innovaties. In onze branche kennen we de Power Usage Effectiveness, een waarde waarmee de energie-efficiëntie wordt aangegeven. Een datacenter met een PUE van 2 gebruikt twee keer meer stroom dan er nodig is voor de klanten. Onze onlangs geopende nieuwe hal 7 heeft mede dankzij de modulaire bouw een PUE van 1,1. Zo worden we almaar zuiniger. Dat is enerzijds een investering in de toekomst van onze planeet en anderzijds gezond ondernemersverstand.’

www.ironmountain.nl

An Ocean Story, een confronterende documentaire

Vorige maand ging An Ocean Story in première. De Haarlemse filmmaker Sander Van Weert was mede-initiatiefnemer van deze inspirerende en confronterende documentaire over de leefbaarheid van onze oceanen, die steeds meer onder druk komt te staan.

Sander Van Weert: ‘Elke tweede teug adem komt uit de oceaan.’

Een kenmerk van de documentaire zijn de vaak prachtige beelden. Want, zegt Sander Van Weert, afgestudeerd aan Creative Business bij Hogeschool Inholland: ‘Bij een urgente boodschap horen mooie beelden. We laten in deze documentaire bewust de schoonheid zien die we dreigen te verliezen. Als je mensen laat houden van de oceanen, zijn ze eerder bereid die te beschermen.’

De documentaire draait om twee belangrijke thema’s. De eerste is een weergave van de veranderingen in het ecosysteem van de oceanen. Sander Van Weert: ‘Het Amazonegebied wordt getypeerd als de longen van onze aarde, maar de helft van onze zuurstof komt uit de oceaan. Dat is dus elke tweede teug die we inademen. Daarnaast laten we de gevolgen voor de bevolking zien. De mensen die het minst vervuilen, worden het hardst getroffen.’

Verdwenen haaien
Sander volgde onder andere de bevolking die aan de Mexicaanse kust woont bij het Meso-Amerikaanse rif. ‘Ongeveer 95 % van de haaien is daar verdwenen. Dat geldt voor bijna alle vissoorten die onderhevig zijn aan overbevissing. Voor vissers is er dus steeds minder werk. Maar ook het toerisme krijgt klappen. Het koraal reageert op de opwarming van de oceanen door wit te kleuren. Het betekent dat toeristen die komen om te duiken daar niet meer naar toe gaan. De helft van het koraal is inmiddels dood, de prachtige kleuren zijn verdwenen.’

Met zijn documentaires weet Sander Van Weert zijn publiek te raken, te emotioneren. ‘Ik werkte in de commerciële hoek, tot ik een paar jaar geleden besloot mij met mijn documentaires te richten op duurzame en sociaal maatschappelijke thematiek. Bij gedragsverandering hoort in negen van de tien gevallen een economische component. Pas als mensen dat beseffen, willen ze veranderen. Dat geldt ook voor bedrijven. Gewoon mee om de tafel zitten. Als iemand grote veranderingen kan bewerkstelligen, zijn het wel de grote vervuilers.’

http://www.anoceanstory.org

Logistiek over het water kansrijk voor de binnenstad

Vrachtvervoer over het water biedt een reële en toekomstbestendige oplossing voor een aantal uitdagingen waar de Haarlemse binnenstad voor staat. Dat is een van de belangrijkste conclusies van een onderzoeksopdracht, uitgevoerd door acht studenten van Hogeschool Inholland.
Giovanni Douven, projectleider van het onderzoek en verbonden aan het Business Research Center van Inholland: ‘Het idee is geïnspireerd op onze historische positie als ‘waternatie’ en de huidige ontwikkelingen in en rond Amsterdam met betrekking tot binnenstedelijke vrachtlogistiek over het water. Waarom zou dat in Haarlem niet kunnen? Er zijn grachten in en om de binnenstad en er ligt een rechtstreekse waterverbinding met Amsterdam. Bovendien is er noodzaak: de wegen lopen vol én Haarlem wil werk maken van een emissievrije binnenstad, uiterlijk in 2025.’

‘Daarom hebben het bedrijfsleven, de gemeente Haarlem, Rijkswaterstaat en Hogeschool Inholland de handen ineengeslagen om de mogelijkheden van duurzame vrachtlogistiek over het water te verkennen.’

Drijvende hubs
Douven: ‘Het onderzoek is opgedeeld in een aantal onderzoeksgebieden: de vaarroute van en naar Amsterdam, mogelijkheden voor een vaste hub in de Waarderpolder en/of een drijvende hub, aansluiting van die hub op de binnenstad en vervoer van de waterkant naar de eindgebruiker. Acht van onze studenten zijn geplaatst bij een bedrijf en hebben elk een deel voor hun rekening genomen.’

Giovanni Douven: ‘Er zijn grachten in en om de binnenstad en er ligt een rechtstreekse waterverbinding met Amsterdam.’

‘Alle acht onderzoeken zijn positief over de mogelijkheid om vrachtlogistiek over het water te ontwikkelen. Waarbij het vervoer van afval het meest  kansrijk is. Dat betreft bijna 40 ton per jaar en het zou een gigantisch aantal kilometers over de weg schelen als dat over het water gaat. Maar dat alleen is een halve oplossing. Wil je succesvol zijn, dan moet je alles daar op inrichten.’

‘Er moeten hubs komen voor op- en overslag, goederenuitgiftepunten, servicepunten voor afvalinzameling, de kades moeten aangepakt… Ook staan de meeste bedrijven ‘met hun rug naar het water’, alles is ingericht op vervoer over de weg. Maar als je niks doet, loopt de stad alleen maar verder vol. Een belangrijke vervolgstap is de strategische keuze voor vrachtlogistiek over het water, daarna dient de gemeente zogenoemde ‘koplopers’ te faciliteren, zodat inrichting kan gaan plaatsvinden.’

‘Gericht vervolgonderzoek is wenselijk, waarbij alle belangrijke punten van aandacht verder worden uitgediept. De daadwerkelijke realisatie is natuurlijk één groot uitdagend traject. Maar in mijn ogen is dit een goede, misschien zelfs onvermijdelijke stap voor een duurzame economische ontwikkeling en toekomst van Haarlem.’

www.inholland.nl/onderzoek

Vergroening voor waterberging Haarlem Business Park

‘Als het zoveel regent als de laatste weken, dan blijven op wegen en fietspaden enorme plassen liggen’, legt Stan Verstraete van Parkmanagement Waarderpolder uit. ‘Het duurt soms uren voordat het water is afgevoerd naar het riool. Dat geeft overlast op straat. Door een overbelast riool zijn er vaak ook problemen in bedrijfspanden. Vergroening helpt daartegen.’

Stan Verstraete: ‘Ondernemers kunnen zelf ook aan de slag. Tegels, klinkers of asfalt kun je vervangen door waterdoorlatende verharding.’

De eerste initiatieven voor vergroening in de Waarderpolder kwamen van Climate Matters, met extra beplanting bij IKEA en een minipark op het MAAK-terrein. Ton Belderok van Climate Matters vertelt: ‘Vergroening is meer dan waterberging. Het werkt ook luchtzuiverend, zorgt voor biodiversiteit, temperatuurdemping en een meer gezonde, prettige en productieve werkomgeving.’

Trottoirs voor groen
Verstraete: ‘Met eenvoudige acties kunnen we behoorlijke stappen zetten. Parkmanagement gaat samen met de gemeente ongebruikte trottoirs in de Waarderpolder vervangen door groen. Met beheerder Spaarnelanden maakten we al een schouwronde om te kijken waar dat kan. Natuurlijk blijft er ruimte voor voetgangers. Bij de herinrichting van de Waarderveldweg laat de gemeente een wadi aanleggen. Dat is een regenwaterbuffer, meestal een met grind en zand gevulde greppel of sloot waar water naartoe stroomt en langzaam in de bodem verdwijnt. Dat ontlast het riool en voorkomt overlast.’

‘Ondernemers kunnen zelf ook aan de slag. Tegels, klinkers of asfalt kun je vervangen door waterdoorlatende verharding. Parkeerplaatsen en fietsenstallingen zijn daarvoor vaak geschikt. Naast de Figee fietsbrug heeft de BakkeRij, in samenwerking met Climate Matters, een hoek ingericht met planten en half-verharding. Je ziet daar precies hoe het werkt: na een bui zakt het water sneller de bodem in.’

Bomenbank
‘Het meest bijzondere plan voor vergroening van de Waarderpolder is een bomenbank’, zegt Verstraete. ‘Er bestaat een herplant-plicht voor gekapte bomen. Die willen we bundelen. Het idee is: bij kappen draag je af aan het bomenfonds en bedrijven die bomen willen planten op hun terrein, krijgen subsidie uit dat fonds. Bedrijven die daarin interesse hebben, vertel ik graag meer.’

www.waarderpolder.nl

MEO winnaar Participatieprijs werkgevers

MEO heeft de Participatieprijs voor werkgevers in de regio Zuid-Kennemerland gewonnen. De onafhankelijke jury, onder leiding van Gea Kuiper, verkoos het Noord-Hollandse mediabedrijf boven muziekplatenproducent Record Industry en textielservicebedrijf Newasco Van Houten.

De delegatie van de winnaar: het Noord-Hollandse mediabedrijf MEO.

MEO onderscheidt zich op het gebied van inclusief werkgeven. Dat is een hrm-beleid met succesvolle inspanningen voor het aan het werk helpen en houden van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het bedrijf positioneert zich als ‘social enterprise’, met concrete, meetbare doelstellingen, aldus de vakjury. Daarbij is ook doorstroming van medewerkers naar passende functies bij andere werkgevers een belangrijke route. MEO, met vestigingen in Alkmaar en Haarlem, houdt zich bezig met media, communicatie en zakelijke dienstverlening voor met name de non-profit sector en sociale ondernemingen.

De juiste match
De jury had tijdens de prijsuitreiking in Sociëteit Vereeniging ook lovende woorden voor Newasco Van Houten en Record Industry. Newasco heeft een lange en succesvolle staat van dienst als het gaat om inclusief werkgeven. Zo besteedt het bedrijf al twintig jaar werk uit aan Paswerk, waar 60 medewerkers sociale werkvoorziening werkzaam zijn voor het textielservicebedrijf. Record Industry heeft wat korter ervaring, maar heeft inclusief werkgeven inmiddels hoog op de hrm-agenda staan. Waar mogelijk worden mensen met een beperking in het productieproces voor vinyl muziekplaten ingezet. Bij beide werkgevers wordt voortdurend gezocht naar de juiste match tussen werk en capaciteiten van de medewerkers.

De Participatieprijs voor werkgevers wordt jaarlijks uitgereikt en is een initiatief van het Werkgevers Servicepunt Zuid-Kennemerland en IJmond.

www.participatieprijswerkgevers.nl

Initiatievencafé beloont duurzame ideeën

De gemeente Haarlem organiseert maandag 18 november in DeDAKKAS het zevende Initiatievencafé. Daarin staat het Haarlems Klimaatakkoord centraal. Ondernemers en inwoners met een goed idee om Haarlem te verduurzamen zijn uitgenodigd te komen pitchen. Het beste idee wordt beloond met 5.000 euro.

Tijdens het Initiatievencafé pitchen startende en gevorderde initiatiefnemers, die Haarlem door hun ideeën een fijnere plaats maken om te wonen, werken of verblijven.

De prijs komt ten goede aan de uitvoering van het idee. Voorwaarden zijn dat de initiatiefnemer zelf aan de slag gaat en dat het project binnen een jaar wordt gerealiseerd. Haarlem bruist van de innovatiekracht en energie op het vlak van duurzaamheid.

Energietransitie
Alle projecten en initiatieven op het gebied van energietransitie, circulariteit en klimaatbestendigheid zijn welkom om mee te doen aan het Haarlems Klimaatakkoord: klein en groot, van eerste ideeën tot langer lopende trajecten en iedereen kan meedoen. Ondernemers en/of inwoners die mee willen doen, krijgen naast het deelnameformulier extra informatie toegestuurd.

Afspraken die volgen uit samenwerkingsverbanden tussen duurzame initiatieven, bedrijven, organisaties en andere partners worden vastgelegd in het Haarlems Klimaatakkoord. Er zijn al een heleboel Haarlemmers die de kans van de energietransitie en circulaire economie zien en ermee aan de slag zijn.

Tijdens het Initiatievencafé pitchen startende en gevorderde initiatiefnemers, die Haarlem door hun ideeën een fijnere plaats maken om te wonen, werken of verblijven, hun duurzame idee en hulpvraag. De aanwezigen in de zaal kunnen luisteren, inspiratie opdoen, netwerken en/ of initiatiefnemers helpen met hun vraag over bijvoorbeeld het verder verduurzamen van je bedrijf. Het doel is ondernemers, initiatiefnemers, de gemeente en maatschappelijke organisaties bij elkaar te brengen, om elkaar te leren kennen en in gesprek te gaan. Zo wil de gemeente hen op weg helpen met de realisatie van nog meer mooie, duurzame initiatieven in Haarlem.

Duurzame ideeën kunnen tot 31 oktober worden ingediend via initiatief@haarlem.nl.
Meer informatie: www.haarlem.nl/haarlemsklimaatakkoord.

Duurzame innovatie kan niet zonder businessmodel

‘Duurzaamheid is méér dan milieu, natuur en recycling. Het gaat erom dat je met de dingen die je investeert, zoals uren, geld, middelen en creativiteit, iets creëert dat blijft voortbestaan. Een professor vertelde me eens dat zijn grootste nachtmerrie was dat Petrus hem aan de hemelpoort zou vragen wat hij had gedaan in zijn leven en dat het antwoord was: ‘Zó’n stapel papier geproduceerd’.’

André Kapitein: ‘Als wij een project starten, gaat een groot deel van de financiering naar scholen en universiteiten. Komende periode hebben we drie promovendi gefinancierd.’

André Kapitein werkt met zijn bedrijf KapiteinLabs aan praktische oplossingen en producten vanuit bestaande technologieën. Zoals de luizenkam, die met behulp van plasmatechnologie zorgt dat luizen het loodje leggen zonder dat er water of chemicaliën gebruikt worden. Ook andere parasieten die op mens of dier leven, zoals vlooien, mijten en teken, kunnen zo worden bestreden. De toepassing gaat worden getest aan de Radboud Universiteit op, in eerste instantie, kippen en konijnen. Kapitein: ‘Dit biedt een oplossing voor luizenmoeders en eigenaren van huisdieren, maar ook voor de veehouderij. Denk aan de recente affaire, waarbij miljoenen kippen zijn afgemaakt omdat het giftige fipronil werd ingezet tegen de bloedluis.’

Impact maken
‘Als wij een project starten, gaat een groot deel van de financiering naar scholen en universiteiten. Komende periode hebben we drie promovendi gefinancierd en zijn er twaalf studenten fulltime bezig aan onze projecten. Daarmee kunnen zij kennis vergaren en werken aan dingen die echt impact maken. Tegelijkertijd leiden we de mensen op die straks met de nieuw ontwikkelde techniek of producten gaan werken. Zo gaan studenten bij het Nova College Lab allerlei testen en proefjes doen. Bijvoorbeeld of je met behulp van plasma bloembollen kunt ontsmetten, zodat daar geen chemicaliën meer voor nodig zijn. Als het niet werkt, stoppen we het project. Als het wel werkt, komt er vervolgonderzoek op universitair niveau om te kijken hóe het dan precies werkt. Als dat proces iets oplevert, komen wij weer in beeld om apparatuur te ontwikkelen en te leveren.’

‘In de duurzame wereld is ‘geld’ vaak een vies woord. Maar duurzame innovatie kán niet zonder businessmodel. Dat moet zitten in het product, niet in het proces. Anders is alles voor niets geweest als het proces is afgelopen. En als je product niet rendeert, is het weg en gaan er jaren aan werk en energie verloren.’

www.kapiteinlabs.com

De natuur doet het zware werk bij MAAK

Voor een technicus als Hans Struiksma is het een uitdagend experiment; het bouwen van een biomeiler. Een grote composthoop waaruit warmte wordt onttrokken, die voor verwarming van een gebouw gebruikt kan worden.

Hans Struiksma: ‘Ik vind het mijn sociale verantwoordelijkheid om te blijven pionieren en echt bij te dragen aan de noodzakelijke energietransitie.’

Zonder verbranding, voor de duidelijkheid. Bacterieën en schimmels breken houtsnippers af tot houtcompost, die zeer voedzaam is voor de bodem. De natuur bepaalt het succes, bouwers van een biomeiler hebben slechts beperkt invloed op het verloop. Er is in Nederland een enorme verarming van de grond, die daardoor weinig vocht kan vasthouden. Composteren is in sommige delen van Nederland broodnodig, bleek weer de afgelopen periode van heftige regenval.

Tuinders zijn gek op de houtcompost, waarvan gezegd wordt dat het ook stikstof opneemt. Hans Struiksma bouwt een biomeiler waar 70 kuub houtsnippers in kan. Het project is onderdeel van de innovatieve en circulaire som der delen van het MAAK-terrein aan de Oudeweg in Haarlem. Daar worden MAAK-ers gefaciliteerd hun specialisatie uit te oefenen en bij te dragen aan het hele terrein. Het project ontving ook een donatie uit het Rabo Ondernemers Impuls van Rabobank Haarlem en Omstreken.

‘Dit project kende en kent een groot aantal uitdagingen. Vergunningen is een verhaal op zich. Procedures en jurisprudentie rondom biomeilers zijn er niet of ambtenaren kennen ze niet. Composteren in stedelijk gebied betekent logischerwijs rekening houden met de omgeving, maar de materie is zo nieuw dat er veel te verdedigen viel. Ton Belderok (onder meer oprichter van ’t Vuilrak, partner in circulair ondernemen, red.) heeft me vaak geholpen gesprekken in goede banen te leiden.’

‘Waar haal je hout betaalbaar en duurzaam vandaan, is ook zo’n uitdaging. Vooralsnog is de economische rentabiliteit van de biomeiler nog laag en grootschalige toepassing nog ver weg. Maar ik vind het mijn sociale verantwoordelijkheid om te blijven pionieren en echt bij te dragen aan de noodzakelijke energietransitie. Ik zet daarvoor graag mijn didactische capaciteiten en mijn technische knowhow in.’

www.maakhaarlem.nl

Wethouder Berkhout: samen onderweg naar duurzame toekomst

Er was een tijd dat je bij ondernemers niet aan moest komen met een onderwerp als duurzaamheid. Dat was voor geitenwollen sokken, toch? Wat kunnen zaken in korte tijd veranderen. Duurzaamheid staat nu gelijk aan vernieuwing, én: goed voor de zaken.

Er gebeuren zelfs zoveel mooie dingen op het gebied van duurzaamheid en economie in onze stad dat het bijna onmogelijk is om ze allemaal in beeld te brengen. Precies daarom wil ik in deze bijdrage complimenten maken aan al die Haarlemse ondernemers die niet de vraag stellen OF, maar HOE ze kunnen bijdragen aan een beter milieu, een beter klimaat en een duurzamere stad. Ik ben onder de indruk van de hoeveelheid goede energie die ik op dat gebied tegenkom in onze stad.

Met het Haarlems Klimaatakkoord proberen we als gemeente zelf ook een podium te geven aan veel van wat er in onze stad gezamenlijk gepresteerd wordt op het gebied van duurzaamheid. Van grote deals ter verduurzaming van onze zorg tot kleinere, slimme ideeën die voor een enkel bedrijf het verschil maken, iedereen kan meedoen. Ik ben daar enorm trots op. Net als op andere grote stappen die we samen zetten, onderweg naar een duurzame toekomst. Zo gaan we aan de slag met aardwarmte om de stad te verwarmen en aan de slag om in Meerwijk van het gas af te gaan. Grote inspanningen die jaren gaan duren, maar ik ben ervan overtuigd dat we er nog veel meer jaren duurzame toekomst aan over gaan houden.

Ook zo’n mooi initiatief is Mugfest, afgelopen weekend op de Grote Markt. Alle gelegenheid voor inwoners om op informele wijze te horen en zien wat er allemaal mogelijk is en gebeurt op het gebied van duurzame initiatieven. Ik heb geen geitenwollen sok gezien, en als die er al was, dan was die ongetwijfeld duurzaam geproduceerd. Hopelijk door een Haarlemse ondernemer…

En zo wordt de lijst om trots op te zijn steeds langer en reikt deze, mede door onze Haarlemse ondernemingen, tot ver buiten de (stads)grenzen. Laten we vooral niet ophouden samen te werken, kennis te delen met elkaar en samen te bouwen aan het Haarlem van de toekomst!

Robbert Berkhout
Wethouder Duurzaamheid,
Economie en Mobiliteit

P.s.: ben je ondernemer en/of inwoner en heb je een goed idee om Haarlem te verduurzamen? Dan is het Initiatievencafé op 18 november iets voor jou! Zie www.haarlem.nl/initiatieven of lees het artikel morgen op de pagina Goede Zaken.