Rabobank Ondernemers Impuls

De coöperatieve Rabobank Haarlem en Omstreken is nauw verweven met de lokale economie en samenleving. Om ondernemers met kansrijke initiatieven een impuls te geven is een aantal jaren geleden het Rabobank Ondernemers Impuls (ROI) opgericht. Het ROI stelt kennis, contacten, creativiteit en kapitaal ter beschikking om de economie in Haarlem en omgeving te versterken.

Zo is er in Heemstede een mooie samenwerking met Heemsteeds Duurzamer, een collectief van onder meer makelaars en architecten, dat mensen wil inspireren om duurzamer te leven. Hoe kun je bijvoorbeeld het beste ramen, dak of muren isoleren? Of hoe kun je installaties voor verwarming verbeteren? Dat zijn vragen waar mensen tegenaan lopen. Het collectief in Heemstede bestaat nu twee jaar en timmert behoorlijk aan de weg. Om nog meer mensen te bereiken, werd steun aan het ROI gevraagd dat een bijdrage gaf voor het ontwikkelen van een website en nieuwsbrieven.

Jan Duinker, ROI-lid in Heemstede, legt uit: ‘Leden van het ROI zijn de ‘voelsprieten’ in de omgeving en dragen ook projecten aan. Heemsteeds Duurzamer is een project dat we heel graag helpen, ook omdat duurzaamheid één van de speerpunten van Rabobank is. Een voorwaarde voor een bijdrage uit het ROI is dat het initiatief een groter doel dient dan alleen dat van de ondernemer(s). Het mooiste is als de hele samenleving er beter van wordt. Want de samenleving, dat zijn wij zelf. En alleen ga je snel, maar samen komen we verder. Netwerken als het ROI en Heemsteeds Duurzamer staan aan de basis van fundamentele veranderingen. En dat is waarom we het doen.’

Goede Zaken is back in business

Na een jaar afwezigheid keert Goede Zaken terug in Haarlems Dagblad en de IJmuider Courant. De wekelijkse business-to-businesspagina wordt vanaf januari 2018 geproduceerd door het Haarlemse communicatieadviesbureau De Coalitie. Goede Zaken biedt informatie over het bedrijfsleven in Haarlem, Velsen, Heemstede, Bloemendaal, Zandvoort en Haarlemmermeer.

De terugkeer van de succesvolle pagina is mogelijk dankzij een samenwerking tussen De Coalitie en regionale bedrijven. Die bedrijven delen op Goede Zaken hun verhaal over ontwikkelingen in hun vakgebied, met een sterk accent op de alledaagse praktijk en innovatie. Goede Zaken verschijnt onder redactionele verantwoordelijkheid van De Coalitie. Dit sterk in de regio gewortelde bureau verzorgt de gehele productie. In het verleden maakte De Coalitie al het overgrote deel van de  artikelen op Goede Zaken.

Volgens Jaap Bonkenburg scoorde de bedrijvenpagina goed: ‘Ondernemers vertelden ons regelmatig dat ze verrassend veel reacties op hun artikel kregen. Toen Goede Zaken als gevolg van ontwikkelingen binnen de Telegraaf Media Groep stopte, kregen wij van regionale bedrijven de vraag of de pagina nog terugkwam. Blijkbaar werd Goede Zaken gemist. Dat heeft mede te maken met het feit dat Haarlems Dagblad en de IJmuider Courant in de regio met een lezersbereik van bijna 87.000 mensen een sterk merk zijn.’

Goede Zaken krijgt ook een digitaal verlengstuk. Eerst een website, later volgen een digitale nieuwsbrief en de inzet van social media. Johan Tempelaar ziet het als een uitdaging om de wekelijkse krantenpagina ook online goed te laten scoren: ‘Print blijft een sterk medium. Natuurlijk is de nadruk de laatste 10 à 15 jaar steeds meer op online media komen te liggen, internet biedt enorm veel communicatiekansen. Maar feit is dat print nooit weg is geweest en op onderdelen de attentiewaarde zelfs zag groeien. Online en offline zijn geen concurrenten, het is veel meer de kunst om een goede mix te vinden en van geval tot geval te bekijken welke communicatiemiddelen je met welk doel en richting welke doelgroep inzet.’

De Coalitie is een bureau met een praktische inslag, werkend vanuit een journalistieke achtergrond. Dat zal redactioneel doorklinken op Goede Zaken. ‘De kracht van de pagina schuilt in kernbegrippen als nuchter, informatief en praktijkgericht. Daar kom je veel verder mee dan met superlatieven en blabla-verhalen. Wij gaan voor verhalen die ondernemers oppikken in plaats van doorprikken’, zo besluit Jaap Sluis.