Tag Archief van: Hogeschool Inholland

Hogeschool Inholland lanceert Sustainable Fashion Lab

De kledingindustrie is wereldwijd één van de meest vervuilende industrieën. Om een bijdrage te leveren aan een duurzamere kledingsector is bij Hogeschool Inholland het Sustainable Fashion Lab van start gegaan. Daar gaan studenten, samen met docenten, onderzoekers en het bedrijfsleven, aan de slag om te komen tot een structureel schonere inrichting van de sector.

De studenten Business, Finance & Law van het Sustainable Fashion Lab. ‘De studenten van vandaag zijn de changemakers van morgen. Daarom zetten we niet het product of de dienst centraal, maar de verandering die de student zelf teweeg wil brengen.’

De kledingsector zorgt in totaal voor meer dan 10% van de wereldwijde CO2-uitstoot en is de veroorzaker van de helft van het afvalwaterprobleem. Eén van de problemen bij het verduurzamen van de keten zijn de bestaande verdienmodellen. Het Sustainable Fashion Lab richt zich dan ook met name op duurzame businessmodellen, vertelt Nahied Rezwani, directeur van het domein Business, Finance & Law waar het lab onder valt. ‘Kleding is relatief goedkoop en wordt soms zelfs gekocht om maar één keer te dragen. Dat is niet alleen een Europees probleem, ook in bijvoorbeeld Zuid-Amerika gebeurt dat in toenemende mate. Er ligt daarom vooral een enorme uitdaging om te komen met haalbare financiële modellen.’

Changemakers van morgen

Mede daarom vindt Inholland de opleidingen die onder Business, Finance & Law vallen bij uitstek geschikt om met deze problematiek aan de gang te gaan. Rezwani: ‘De studenten van vandaag zijn de changemakers van morgen. Daarom zetten we niet het product of de dienst centraal, maar de verandering die de student zelf teweeg wil brengen. Een product wordt daarmee meer een middel in plaats van een doel op zich, zodat we toewerken naar een economie die mag bloeien in plaats van groeien. Dat willen we onze studenten meegeven. Een Living Lab is heel geschikt om je daarin te ontwikkelen. Het is een nieuwe vorm van onderwijs, waar lesgeven en leren wordt vormgegeven in samenwerking met het beroepenveld.’

Slow fashion city marketing

‘Het voorgaande studiejaar hebben we op kleine schaal de eerste stappen gezet richting het Sustainable Fashion Lab. Er zijn bijvoorbeeld onderzoeken gedaan naar Slow fashion city marketing, bewustwording van het koopgedrag van jongvolwassenen en storytelling, als middel om de duurzame fashionketen transparant te maken. Dit jaar is in die zin de echte start van het Lab, waar studenten van de locaties Haarlem en Alkmaar aan deelnemen. Eerlijk gezegd ben ik een beetje jaloers op deze vorm van onderwijs, in mijn tijd was het luisteren naar de docent en kennis uit je boek leren. In het Sustainable Fashion Lab hebben studenten veel meer regie over hun eigen opleiding en ontwikkeling, doen ze kennis op over de markt én kunnen ze vanuit hun toekomstige vakgebied direct bijdragen aan actuele uitdagingen.´

www.inholland.nl

 

 

Living LAB: Haarlem op weg naar Sustainable Shopping Stad

Zou je meer uitgeven aan een t-shirt als je weet dat het duurzaam geproduceerd is? ‘Nee’, zegt zeventig procent van de jongeren tussen de 18 en 28 jaar. Dat blijkt uit onderzoek van de studenten die de afgelopen maanden deelnamen aan het Living LAB Sustainable Fashion van Hogeschool Inholland.

De studenten van Inholland keken naar duurzaam koopgedrag. Hun conclusie: jongeren hebben behoefte aan meer informatie over de productie en het materiaal van kleding.

Hoe zien duurzame verdienmodellen eruit in de mode- en textielindustrie en wat is de nieuwe rol van marketing hierin? Dat is de vraag die wordt onderzocht binnen dit Living LAB van het domein Business, Finance & Law.

Er blijkt nog een lange weg te gaan als het gaat om het koopgedrag van jongeren. Kim en Kiki zijn twee van de in totaal zeven studenten die in de Haarlemse Koepel de bevindingen van hun onderzoek presenteren. Hoe kun je de kledingkast van jongeren verduurzamen, vroegen zij zich af. Ze interviewden de doelgroep en gingen naar vier bedrijven om antwoorden te vinden.

Hun conclusie: jongeren hebben behoefte aan meer informatie over de productie en het materiaal van kleding. Ze gaan in de winkel niet zelf op zoek maar zijn wel bereid om de aanschaf te overwegen als het in een winkel overzichtelijk bij elkaar hangt. Zeventig procent van de jongeren is overigens niet bereid om er meer voor te betalen. Saillant detail daarbij is dat duurzame kleding past in de range die zij willen uitgeven voor een t-shirt (tussen 20 en 60 euro).

Straatbeeld
Lars en Cheline onderzochten hoe de gemeente Haarlem het gebruik van duurzame kleding zou kunnen promoten. Hun aanbeveling luidt: Haarlem zou zich moeten positioneren als Sustainable Shopping Stad. Samen met lokale ondernemers kan de gemeente er zo voor zorgen dat er meer bewustwording bij jongeren ontstaat en ‘slow fashion’ uiteindelijk ‘hot’ wordt bij de doelgroep. Jongeren bepalen de trends in het straatbeeld en nemen zo ook de rest van de Haarlemmers mee in hun duurzame gedrag.

De derde groep studenten, Thomas, Vincent en Timo, maakte een video over het onderwerp. Die toont jongeren die eigenlijk niet zo geïnteresseerd zijn in duurzame kleding, maar laat ook beelden zien van de kledingfabriek in Bangladesh die in 2013 instortte. Een ramp die genadeloos blootlegde hoe slecht de arbeidsomstandigheden in dit soort fabrieken vaak zijn. Zij hopen de video aan zoveel mogelijk jongeren te tonen en hen over te halen om bewuster te gaan shoppen.

Goed salaris
Het Living LAB gaat in september verder. Een nieuwe groep duikt dan nog dieper in het onderwerp. En de studenten zelf, kopen zij duurzame kleding? “Nou, eigenlijk niet. Maar als ik in de toekomst een goed salaris heb, ga ik dat zeker doen”, aldus één van hen. De rest knikt instemmend.

www.inholland.nl

 

Verdiende prijzen voor ondernemende studenten

Donderdag 2 juni was de dag van de ‘Oscar-uitreiking’ van de opleidingen Business Studies, Finance & Control van de Hogeschool Inholland Haarlem. Dit in combinatie met de Teylerlezing. Een feestelijke bijeenkomst, overgoten met een serieuze saus in de persoon van Dennis Stokman, directeur van het online marketingbureau Blauwe Monsters. Hij verzorgde de Teylerlezing.

Van links naar rechts: Marc de Beyer (directeur Teylers Museum), winnaars Brett Hilbrink en Chantal de Vries en Albert Franken, die de prijzen uitreikte.

Dennis Stokman, voormalig student van Inholland, drukte de studenten in de zaal op het hart ‘toch vooral af te studeren’. Het leverde hem en de prijswinnaars een daverend applaus op.

Vestigingsdirecteur Tom de Witt Hamer opende de Teylerlezing, die voor de zevende keer werd georganiseerd. En na twee jaar COVID weer volledig fysiek. Tot grote opluchting van organisator Sarah Lednor. ´Vorig jaar nog was het een deel fysiek en een deel digitaal. Dan ben je volledig gefocust op de techniek. Als alles het maar doet. Daar was nu gelukkig geen sprake van.´

Propedeuseprijs 2022

Marc de Beyer, directeur van Teylers Museum, reikte samen met Albert Franken, winnaar van de afgestudeerdenprijs 2021, de prijzen uit. Brett Hilbrink kreeg uiteindelijk de grote beker van de Propedeuseprijs 2022 in handen. Brett werd onder meer geprezen om zijn actieve werkhouding, motivatie en inzet. Zelf was Brett een beetje verbaasd over zijn prijs. ´Er zijn studenten die hogere cijfers halen. Maar ik ben iemand die zich altijd voor de volle honderd procent inzet. Ik denk dat je alleen dan kunt bereiken wat je wilt bereiken. Het is belangrijk dat je weet waar je passie ligt. Deze opleiding past perfect bij mij.´

Afgestudeerdenprijs

Ook Chantal de Vries, winnaar van de afgestudeerdenprijs, was blij verrast. Ze werd geroemd om haar harde en nauwkeurige werken, onder andere tijdens haar stage bij de NVD-beveiligingsgroep. Ze maakte een enorme groei door, van een verlegen student tot iemand die exact weet wat ze wil. ´Ik ben begonnen op het Mendelcollege. Tot ik ernstige gehoorproblemen kreeg en moest overstappen naar het speciaal onderwijs bij Heliomare. Ik ben inderdaad niet iemand die heel aanwezig is. Het mooie van Inholland is dat studenten zoals ik, mede dankzij betrokken docenten, tot bloei kunnen komen.´

www.inholland.nl

Studenten Inholland gaan ‘Behind the scenes’ voor Goede Zaken

‘Welkom bij het leukste businessprogramma van Nederland: Kraken met Goede Zaken’. Dit programma bestaat (nog?) niet echt, maar is één van de concepten die studenten Creative Business van Hogeschool Inholland hebben bedacht voor Goede Zaken TV.

Verschillende groepen studenten Creative Business ontwierpen een concept/format, die vervolgens werden geproduceerd en gepresenteerd aan Goede Zaken. Zoals ‘Kraken met Goede Zaken’.

Studenten Creative Business worden opgeleid tot allround mediaprofessionals. Bijvoorbeeld als mediastrateeg, contentmaker of media-ondernemer. Tijdens de opleiding komen de studenten in aanraking met alle kanten van het creatieve vak, van film en evenementen tot International Music Management. Goede Zaken legde bij de studenten de uitdaging neer om een pilotaflevering te maken voor een nieuw format voor Goede Zaken TV. Dit in het kader van de module ‘Behind the scenes’, waar eerstejaars studenten aan de slag gaan met storytelling en AV-productie. Dit om te komen tot een korte video van twee à drie minuten, bijvoorbeeld een promotie-, instructie- of registratievideo.

Creatief uitdagen

‘Dit is het tweede jaar dat we als opdrachtgever fungeren voor deze module’, vertelt Johan Tempelaar namens Goede Zaken. ‘Vorige keer was de opdracht om een aantal ondernemersportretten te maken. Dat leverde prima video’s op, alleen vonden we wel dat de opdracht te afgekaderd was. Dit jaar wilden we de studenten veel meer creatief uitdagen en alle ruimte geven om zelf met een format te komen.’

Na een kennismaking en briefing door Goede Zaken, deden de studenten in vijf groepen onderzoek om inzicht te krijgen in het gewenste type videocontent van ondernemers. Daar kwam onder andere de behoefte aan meer ‘entertainment en interactie’ uit naar voren. Aansluitend maakte ieder groepje een concept/format voor de video’s, die vervolgens werden geproduceerd – en gepresenteerd aan Goede Zaken. De formats liepen uiteen van variaties op ‘Wie van de Drie’ tot en met MTV Cribs.

Johan Tempelaar: ‘Vorig jaar waren we al onder de indruk van de kwaliteit van de video’s, de lat lag in die zin hoog wil ik maar zeggen. Maar ook dit jaar zijn we verrast door de leuke, creatieve en uiteenlopende resultaten. We hadden links en rechts ook wel wat tips en verbeterpunten hoor, het zijn immers eerstejaars die nog moeten leren. Maar wat mij betreft zijn er vijf meer dan uitzendwaardige video’s opgeleverd. Het is sowieso erg leuk om opdrachtgever te zijn in deze module en met studenten te werken, vooral om te horen met welke vragen en associaties zij komen en welke vormen van communicatie hen aanspreken.’

De vijf nieuwe formats zijn te bekijken op het YouTube-kanaal van Goede Zaken.

Werkveldconferentie op weg naar Business Studies 2.0

Mede door digitalisering, technologische ontwikkelingen en globalisering verandert ‘het werkveld’ in hoog tempo. Om daar op in te kunnen spelen, werkt Hogeschool Inholland aan een grondige vernieuwing van de opleiding Business Studies. Op de Werkveldconferentie werd de nieuwe conceptopzet voorgelegd aan onder meer alumni en ondernemers.

Tijdens de conferentie werden onder meer alumni geïnterviewd over hun ervaringen tijdens de opleiding Business Studies.

Patty van Asselt is vanuit Inholland projectleider van deze vernieuwing. ‘Natuurlijk blijft basiskennis altijd nodig. Tegelijkertijd zien we dat er meer en meer wordt gevraagd om professionals met een bepaalde houding en vaardigheden. Denk aan onderzoekend vermogen, kunnen analyseren, in staat zijn tot samenwerking… Dat vraagt om een andere manier van opleiden, nog veel meer gezamenlijk met het bedrijfsleven dan we nu al doen, zodat studenten al vanaf periode één ‘business’ leren ervaren.’

Nieuwe contouren opleiding

‘Bij de hele ontwikkeling van ‘Business Studies 2.0’ zijn studenten, docenten, onderzoekers én het bedrijfsleven betrokken. Zo organiseerden we eind maart een Werkveldconferentie. Alumni werden geïnterviewd over hoe zij de opleiding hebben ervaren én wat zij, nu ze zelf aan het ondernemen/werken zijn of carrière maken, hebben gemist. Daarnaast werden de nieuwe contouren van de opleiding voorgelegd aan ‘het werkveld’, met als belangrijkste vraag: sluit dit volgens jullie aan bij wat onze studenten straks nodig hebben om zich te onderscheiden op de arbeidsmarkt?’

‘In de nieuwe opzet, die in september van start gaat, werken de studenten het eerste jaar in drie periodes aan een beroepsproduct. Dat begint met het opstellen van een ‘onboarding magazine’ voor nieuwe medewerkers. Om daar te komen, moet je je eerst grondig verdiepen in een bedrijf en haar markt. De tweede periode is ‘Run & Control’, waarin je leert hoe een bedrijf werkt en succesvol kan zijn. Het beroepsproduct is hier een ‘dashboard’ met alle knoppen waaraan je binnen een bedrijf kunt draaien. In de derde periode starten studenten zelf een bedrijf, waarbij ze hun businessplan moeten pitchen voor een soort Dragons Den. Gedurende het hele jaar wordt er gewerkt aan Business Skills, vaardigheden rondom bijvoorbeeld communicatie en onderzoek.’

‘In het curriculum zit ook enige flexibiliteit. Horen we van een opdrachtgever dat studenten bepaalde skills missen? Kom een workshop geven! Zo kunnen we ook tijdens het jaar blijven bijsturen en blijven we met al onze zintuigen in het werkveld, om te zorgen dat onze studenten straks goed voorbereid de arbeidsmarkt opgaan.’

i Meer weten, samenwerken of opdrachtgever worden? patty.vanasselt@inholland.nl

 

Studenten Inholland verbeteren ketenregie luchtvracht Schiphol

Een pakketje vervoeren van A naar B. Het lijkt simpel en soms is het dat ook. Maar heel vaak betreft het interessante, complexe materie waar alles bij elkaar komt. Zeker bij de aan- en afvoer van vracht op Schiphol.

Inmiddels zijn 14 studenten actief, van de richting Business Studies en van Techniek, Ontwerpen en Informatica. Giovanni Douven (links op de foto): ‘Ze leren van en met elkaar, door samen te werken en kennis uit te wisselen.’

Studenten en onderzoekers van Business Studies Hogeschool Inholland werken sinds twee jaar samen met het bedrijfsleven aan het optimaliseren van de ketenregie op luchtvracht rond Schiphol. Mede dankzij een subsidie van 300.000 euro van Topsector Logistiek raakt dit project in 2022 in een stroomversnelling.

Twee jaar geleden besloten zes bedrijven op Schiphol de samenwerking te intensiveren. Nu is dat aantal al gegroeid naar 24, vertelt Giovanni Douven, die als Programma Manager bij Inholland dit project – genaamd Collaborative Decision Management@Airports – onder zijn hoede heeft. ‘We hebben te maken met een ingewikkeld ecosysteem, waarin bedrijven met elkaar samenwerken, maar ook elkaars concurrenten zijn. Dan moet er onderling vertrouwen zijn, evenals het besef dat het voor alle betrokken partijen een meerwaarde heeft. De samenwerking impliceert onder andere samen tot afgewogen besluitvorming te komen, het delen van logistieke data en het stappen maken op het gebied van duurzaamheid.’

Brede pilot

Inmiddels is de pilot breder van opzet. De eerste twee jaar waren er telkens zes studenten actief op en rond Schiphol, dat zijn er nu al 14. Naast negen onderzoekers. Bovendien zijn het niet alleen studenten van de studierichting Business Studies, maar ook studenten van het domein Techniek, Ontwerpen en Informatica (TOI) van Hogeschool Inholland. Ook is er sinds kort een samenwerkingsverband met de Universiteit van Amsterdam.

Living Lab

Giovanni Douven: ‘De complexiteit van dit ‘wicked problem’ maakt het extra interessant. Studenten en onderzoekers gaan met echte data in een complex ecosysteem van bedrijven en instellingen aan de gang. Zo ontstaat er een Living Lab, een onderzoeksomgeving waarin studenten kunnen ‘spelen’ en ‘leren’ met data op het gebied van vrachtlogistiek. Ze leren van en met elkaar door samen te werken en kennis uit te wisselen. Logistiek pur sang, maar ook thema’s als Financiën, Big Data, Algoritmes, Governance, ICT, duurzaamheid, communicatie en CO2-reductie komen aan bod.’

www.inholland.nl

Powervrouwen in de spotlights bij Hogeschool Inholland

Dinsdag 8 maart is het Internationale Vrouwendag. De dag wordt op vijf locaties van Hogeschool Inholland op een speciale manier gevierd, met een inspirerend dagprogramma. Kelly van Bakel, vierdejaars studente Creative Business uit Haarlem, organiseert de dag, waarop onder andere de powervrouwen die bij Inholland studeren en werken, in de spotlights worden gezet.

Organisator Kelly van Bakel (in het roze, in het midden), omringd door andere powervrouwen van Inholland: ‘Dit jaar is het thema V/M solidariteit – de kracht voor verandering.’

Kelly van Bakel is het prototype van een sprankelende powervrouw. Ze steekt de handen graag uit de mouwen – ‘ik heb heel veel ideeën en ik vind heel veel leuk’ – en startte daarom onlangs haar eigen bedrijf in social media beheer onder de naam By Kelly Gillian. Ze is daarnaast twee dagen in de week actief voor SUCH (Start Up Campus Haarlem), waar ze het beheer heeft over de marketinguitingen. ‘Studenten leren bij SUCH de skills die nodig zijn voor het ondernemerschap. Van het maken van een businessplan tot aan pitchen en personal branding. Ondernemend zijn is de basis. Daar helpen wij bij.’

Gelijkheid voor iedereen

Vorig jaar tijdens Internationale Vrouwendag organiseerde Inholland de Powervrouwendag in Haarlem. Dat was een groot succes. Daarom besloot Kelly het dit jaar groter aan te pakken. ‘Van het één kwam eigenlijk het ander. We wilden dat alle locaties in 2022 zouden aanhaken. Dat is goed gelukt. Dit jaar is het thema van de Internationale Vrouwendag V/M solidariteit – de kracht voor verandering. Iedere locatie heeft met betrokken studenten en medewerkers een bij het thema passend dagprogramma in elkaar gezet. We trappen de dag gezamenlijk af via een videoboodschap per e-mail. Hierna vinden er fysieke activiteiten plaats op de locaties. Het gaat dit jaar over gelijkheid van iedereen. Dat geldt vanzelfsprekend ook voor de LHBTIQ+ gemeenschap in ons land.’

Officiële feestdag

Internationale vrouwendag wordt steeds groter. In de VS is het bijvoorbeeld al een officiële feestdag. Volgens Kelly gaan we in Nederland steeds meer die kant op. ´We worden ons bewuster dat ogenschijnlijk normale zaken niet normaal zijn. Die ervaringen en verhalen geven wij een podium in ons programma. Dat gaan we precies doen op onze Powervrouwendag. Wil je je laten inspireren op deze dag? We heten je van harte welkom in onze vestigingen in Alkmaar, Diemen, Den Haag, Rotterdam en Haarlem natuurlijk.’

Voor meer informatie over het programma op Internationale Vrouwendag: www.inholland.nl

Nieuwe Ad-opleiding E-Business voorziet in vraag bedrijfsleven

Hogeschool Inholland en Nova College hebben een intentieverklaring ondertekend om te komen tot de opzet en invulling van de Associate degree E-Business, die in september 2023 van start moet gaan. Deze twee-jarige Associate degree-opleiding (Ad) vervult een brugfunctie tussen het mbo en het hbo en voorziet tegelijkertijd in de vraag naar breed opgeleide digitale business-professionals.

Ellen Goossens en Jan Kunst zorgen voor verbinding tussen Hogeschool Inholland en het Nova College. ‘Vanuit het werkveld ligt er een duidelijke vraag naar praktisch geschoolde studenten.’

Dat Inholland en Nova hierin samen optrekken, is een logisch gevolg van een aantal lopende ontwikkelingen, vertelt Ellen Goossens namens het domein Business, Finance & Law van Hogeschool Inholland Haarlem. ‘Wij zijn continu bezig met de vraag waarvoor we opleiden. Vanuit het werkveld ligt er een duidelijke vraag naar praktisch geschoolde studenten die ook strategisch kunnen denken. Een Ad-opleiding voorziet daarin, weten we onder meer vanuit onze Ad Business Studies Logistiek. Exemplarisch vind ik een student van die opleiding die zei: ‘ik begrijp nu ook waaróm bepaalde keuzes gemaakt worden’.’

Digitalisering bedrijfsprocessen

‘In eerste instantie dachten we aan een Ad E-commerce, dus vooral gericht op marketing en in- en verkoop van digitale producten. De vraag vanuit het bedrijfsleven is echter breder, denk aan digitalisering van bedrijfsprocessen en onderlinge communicatie. Welke gevolgen heeft dat voor het businessmodel en de competenties van personeel? Daarop hebben we deze Ad verbreed naar E-business. Er is nu al een tekort aan arbeidskrachten die daar verstand van hebben en als we niets doen, zal dat tekort alleen maar toenemen.’

Aan de kant van het Nova College worden de economische opleidingen samengebracht onder de noemer Nova College Business School. Focus van de Business School is regionale aansluiting, met het werkveld en het hbo. Jan Kunst, Opleidingsmanager bij het Nova College en projectleider Business School: ‘Een deel van onze studenten wil na de mbo-opleiding doorstuderen, maar wil niet meteen aan een 4-jarig traject beginnen. Dan is een korter Ad-traject een aantrekkelijk alternatief. Zeker voor studenten die graag praktijkgericht aan de slag willen gaan. Met deze Ad kunnen ze een grote plus toevoegen aan hun opleiding, wordt dat ook officieel gewaardeerd en heb je de mogelijkheid om vervolgens in het 3e jaar in het hbo in te stromen.’

Starten met ‘leerwinst’

‘Vanaf onze kant kijken wij of we modules uit de Ad in onze economische opleidingen kunnen invoegen. Zo kunnen studenten met ‘leerwinst’ starten aan de Ad, mogelijk zelfs met studietijdverkorting. Mooie bijvangst vind ik dat er nog intensiever contact ontstaat tussen docenten van Inholland en het Nova College. Bovendien gaan we veel meer samen optrekken richting het regionale bedrijfsleven, onder meer rondom de invulling van het curriculum van deze Ad. Dat alles is goed voor onze studenten, zeker de doorstromers, maar ook voor de economische beroepsgroep als geheel.’

Band tussen onderwijs en ondernemers steeds hechter

Om te zorgen voor een optimale aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven, is samenwerking tussen ondernemers en overheid een must. Arthur Sevenstern, teamleider Business Studies bij Hogeschool Inholland Haarlem, wil bedrijven dan ook uitnodigen én uitdagen om die samenwerking aan te gaan.

Arthur Sevenstern: ‘Het is prachtig om bij veel bedrijven een bepaalde ‘gretigheid’ te zien om een grotere rol te gaan spelen in het onderwijs.’

Sevenstern is sinds vorig jaar teamleader van Business Studies, nadat hij al een paar jaar als docent aan de opleiding verbonden was. Sevenstern: ‘Met name door de invloed van internationalisering, digitalisering en flexibilisering van de arbeidsmarkt, verandert het beroepenveld waarvoor wij opleiden in rap tempo. Vanuit het bedrijfsleven krijg ik wel eens de opmerking dat het onderwijs achterloopt bij het werkveld. Dat klopt ook, want als wij nú ons curriculum aanpassen, komen de eerste studenten die daarmee worden opgeleid op zijn vroegst over vier jaar op school. Om daar sneller in te kunnen schakelen, zijn we momenteel bezig onze opleiding anders in te richten. Daarin worden, naast ‘kennis’, zaken als houding en vaardigheden veel belangrijker.’

Gastcolleges en bedrijfsbezoeken

‘Nu werken we gelukkig al samen met heel veel bedrijven, en die band tussen onderwijs en ondernemers wordt steeds hechter. Het is prachtig om bij veel bedrijven een bepaalde ‘gretigheid’ te zien om een grotere rol te gaan spelen in het onderwijs. Sommigen doen dat door mee te praten over de ontwikkeling en inrichting van onze opleiding, anderen helpen met gastcolleges en bedrijfsbezoeken. Misschien wel het belangrijkste zijn natuurlijk de stages en onderzoeksopdrachten: dáár gaan onze studenten het ‘echte’ praktijkwerk doen.’

‘Zo zijn onze studenten momenteel druk op zoek naar stage- en afstudeeropdrachten die ze vanaf februari gaan invullen. Derdejaars draaien mee in de dagelijkse operatie, waarbij ze daarnaast een ‘klein’ project of onderzoek uitvoeren. Zoals het in kaart brengen van een bedrijfsproces, of een (onderdeel van) een marktonderzoek. Bij afstudeerders draait het bij de stage juist alleen maar om het onderzoek of project. Deze studenten hebben alles in huis om op hbo-niveau te werken, ze hebben alleen hun diploma nog niet. De afstudeeropdracht is hun proeve van bekwaamheid. Denk aan een marketeer die een online marketingstrategie opzet, of iemand van logistiek die aan de slag gaat met de herindeling van een magazijn en bijbehorende processen. Denk verder aan zaken als het verhogen van productiesnelheid, of juist het aantal handelingen en/of de kosten naar beneden brengen.’

Praktijkvraagstuk

‘Zo’n onderzoek levert de organisatie eigenlijk altijd wat op. Afstudeer-studenten houden zich bezig met een relevant praktijkvraagstuk en beschikken over de kennis en vaardigheden om met een goede oplossing te komen. Het is dan ook niet zo vreemd dat afstudeerders vaak blijven werken bij het bedrijf waar ze afgestudeerd zijn. Zeker gelet op de krapte op de arbeidsmarkt dus een mooie kans om goede mensen aan je te binden. Maar niet té vroeg natuurlijk, want op de lange termijn zijn zowel student als bedrijf er bij gebaat dat de opleiding wel wordt afgerond.’

Geïnteresseerden in samenwerking kunnen contact opnemen met Arthur Sevenstern via
arthur.sevenstern@inholland.nl

BouwLab praktijkvoorbeeld van succesvolle circulaire samenwerking

‘Zal ik ze allemaal maar alvast de grond inslaan?’, grapt wethouder Robbert Berkhout als hij voor de foto de grote hamer nog eens over zijn schouder moet zwaaien. Met de handeling slaat hij de symbolische eerste paal van het Circulair BouwLab op het MAAK-terrein in de Waarderpolder. Een project van formaat, waar een groot aantal partners bij betrokken is. Voor Hogeschool Inholland een buitenkans om vervolgonderzoek te doen naar de succesfactoren rondom circulair ondernemen.

Van links naar rechts: Herman van Bolhuis van 3D Makers Zone/BouwLab R&Do, wethouder Robbert Berkhout van de Gemeente Haarlem en Brigitte Paulissen van BeterBusiness.

Het BouwLab maakt onderdeel uit van het zogenoemde C-District. Een proeftuin voor het (regionale) bedrijfsleven om technische en innovatieve projecten te ontwikkelen rondom circulariteit en duurzaamheid. Het gebouw zelf is daar een praktijkvoorbeeld van. Het wordt opgebouwd met onderdelen van een pand dat in Almere niet meer nodig was, maar nog niet aan het eind van zijn levensduur was. Tijdens de (her)bouw in Haarlem wordt het pand verrijkt met innovatieve, duurzame toepassingen. Zo wordt het dak voorzien van verschillende soorten dakbedekkingen (natuurlijk, traditioneel, gerecycled en zonnepanelen). De zij- en achtergevel worden voorzien van modulaire gevelcomponenten en één van de zijgevels wordt uitgerust met een parametrisch ontworpen en gerobotiseerd gemetselde muur. Zo moet het Circulair BouwLab zelf een voorbeeldproject worden om te laten zien dat circulair bouwen echt mogelijk is.

 

Kritische succesfactoren

Van een project met zo’n totaal andere bouwaanpak, in combinatie met het grote aantal partners, valt veel te leren. Brigitte Paulissen van BeterBusiness, één van de drijvende krachten achter het project, wist van het theoretisch onderzoek dat Inholland Haarlem had gedaan naar kritische succesfactoren in circulaire samenwerking. Ze benaderde Inholland om dat aan de praktijk te toetsen, door de samenwerkingsprocessen binnen dit project onder de loep te nemen. Die handschoen werd opgepakt door Donald Ropes, lector Leren & Ontwikkelen binnen Organisaties, en Han van Kleef, associate-lector Innovatie & Ondernemen. ‘De 8, 9 partijen die in zo’n project samenwerken, spreken allemaal een andere taal’, vertelt Ropes. ‘Ook hebben ze allemaal een eigen belang. Hoe je ervoor zorgt dat je dan toch succesvol kunt samenwerken, binnen een houdbaar verdienmodel? Wat gaat daarin goed, wat kan beter?’

Het onderzoek is nog niet afgerond, maar Ropes en Van Kleef willen wel alvast wat van hun waarnemingen delen. ‘In het theoretische model dat we eerder hadden ontwikkeld, zijn zeven succesfactoren opgesteld. Eén  daarvan is om vanaf het allereerste begin duidelijkheid te hebben over de financiële afspraken: wie doet welke investering en wat gebeurt er met de opbrengst? Dat is in de beginfase niet goed afgestemd in dit project, waardoor zoiets tijdens het hele project een terugkerend onderwerp blijft. Dat is dus een duidelijk leerpunt. Positieve zaken die ons zijn opgevallen en die níet in ons model zaten, is dat iedereen vrij flexibel is en alle betrokkenen een enorme intrinsieke motivatie hebben om er een succes van te maken.’

Wetenschap, onderwijs en bedrijfsleven

‘Bezig zijn met dit onderzoek, is voor de betrokken partners al een soort interventie waarop ze kunnen bijsturen. Het eindonderzoek wordt in de vorm van een symposium met alle projectpartners gepresenteerd, waarmee we in zekere zin ook advies geven aan projectleiders en deelnemers van het project. Daarnaast publiceren we een wetenschappelijk artikel en we brengen de resultaten over hoe je complexe problemen binnen een organisatie kunt oplossen terug in ons onderwijs. We dragen dus bij aan wetenschap, onderwijs én bedrijfsleven. Alles bij elkaar vind ik dit een heel mooi voorbeeld van hoe je onderzoek inzet als motor voor organisatieontwikkeling.’

De voorlopige planning is dat het BouwLab in het voorjaar van 2022 wind- en waterdicht is.

BouwLab R&Do is een initiatief van 3D Makers Zone, Thijs Asselbergs Architectuurcentrale en Hogeschool Inholland.

Projectpartners Circulair BouwLab zijn:
Smart Industry Fieldlab BouwLab R&Do
Groothuis Bouwgroep
RGS
BeterBusiness
Dura Vermeer Civiel
Advies- en ingenieursbureau WSP
Voorbij Prefab
Patina
Stack3D Robotic Building
Rabobank
Ggemeente Haarlem.